leeuwerken
inwijdingsgebruik te Leens, oudtijds bij 't begin van de kermis, daags voor Hemelvaart. Als er in 't dorp nieuwe burgerjongens gekomen waren, dan moesten zij een rondje geven, om in de gemeenschap te worden opgenomen. Wie weigerde werd door de opgeschoten jongens naar een bepaalde grote vlint (kei) gebracht en daar begon het leeuwerken. De nieuwelingen werden een paar keer onder geroep van 'hoog op', 'laag neer' met hun staartbeen hardhandig op een grote kei gezet.Later ook stötgatjen genoemd. In het Westkwartier heette dit ienhulligen.